Nieuwsbrief
← Vorige
Hoezo hitte? Deze zomer was er geen hittegolf te bespeuren.
In Vlaanderen wordt verwacht dat de grootste impact van de klimaatverandering op gezondheid en welzijn hittegerelateerd is.
En toch was er de afgelopen zomer géén hittegolf te bespeuren, een situatie die sinds 2021 niet meer is voorgekomen. De laatste keer dat er tijdens de zomermaanden vanuit de overheid géén (preventieve) hittewaarschuwing werd uitgestuurd, dateert zelfs van 2009.
Wij vroegen aan Samuel Helsen (gemeente Heist-op-den-Berg en tevens weerman/klimatoloog) hoe dat precies zit:
"Afgelopen zomer kende het weer een wispelturig karakter. Maand na maand noteerden we meer neerslag dan gemiddeld, vooral door episodes met zware regen- en onweersbuien. Tussen de buiige periodes door zorgden enkele impulsen van hogedrukgebieden voor tijdelijke drogere en stabielere periodes met aangenaam zomerweer, maar deze waren meestal van korte duur.
Dat de temperaturen geen al te hoge toppen hebben geschoren deze zomer, heeft vooral te maken met de voorgeschiedenis van het zeer natte voorjaar. Ook toen kregen we aanhoudend nat en wisselvallig weer met vaak zware regenbuien. Deze hebben ervoor gezorgd dat de bodem, na ook een uitzonderlijk natte winterperiode, lange tijd verzadigd is geweest met water. Het vele vocht in de bodem verdampt stilaan eens de zon erop schijnt. Dit vocht komt daardoor ook in de lucht terecht en geeft voeding aan regen- en onweersbuien die ontstaan. Hoe vochtiger de lucht wordt, hoe makkelijker deze kunnen ontstaan. Dat hebben we dan ook gezien in de zomer. Na een periode met warmer weer werd het snel onstabiel en konden er vaak intense regen- en onweersbuien ontstaan.
Bodemvocht heeft ook een effect op de temperaturen. Verdamping van vocht in de bodem is een proces dat energie (warmte) vraagt en dit heeft dus een verkoelend effect. Hoe meer vocht er dus nog in de bodem zit in de zomerperiode, hoe meer er moet verdampen. Daardoor is het onwaarschijnlijk dat er extreme temperaturen opduiken in de zomer na een zeer nat en vochtig voorjaar. Dat was dit jaar het geval. Het zeer natte voorjaar is wellicht de nawee van weerfenomeen El Niño dat in West-Europa vaak aanleiding geeft tot een nat voorjaar.
Hoe droger het voorjaar en de zomer, hoe waarschijnlijker is dat er extreme zomertemperaturen voorkomen (kijk bv. naar 2019 toen haalden we 40°C in de schaduw, maar was het al lange tijd droog geweest in het voorjaar). Bij afwezigheid van vocht in de bodem kan alle zonne-energie aangewend worden om de bodem en lucht op te warmen. Dat proces gaat veel sneller dan wanneer er veel vocht aanwezig is. In zo’n geval is een groot deel van de energie nodig voor het verdampen van het vocht, waardoor het minder snel extreem warm wordt, zoals dit jaar.
Uiteraard speelt klimaatverandering ook een rol in dit hele verhaal. Hoe warmer de atmosfeer wordt, hoe meer vocht deze kan bevatten. Dat is gemiddeld 7% per °C opwarming. Dus een warmere atmosfeer zal meer waterdamp kunnen bevatten. Deze extra hoeveelheid waterdamp in de lucht uit zich in extremere regenval. Tijdens droge periodes wordt de waterdamp vastgehouden, maar wanner het onstabieler wordt en buien ontstaan zorgt dit ervoor dat de regen in deze buien extremer kan uitpakken.
Wat we ook zien als gevolg van klimaatopwarming is dat we vaker geconfronteerd worden met periodes van eenzelfde weertype aangezien de weersystemen sneller geblokkeerd raken. Afgelopen voorjaar domineerden de lagedrukgebieden. Op sommige momenten, rond 11 juli bv., kregen we te maken met een slepende regenzone met hevige buien die lange tijd over delen van ons land bleven slepen. Daardoor liepen de neerslaghoeveelheden regionaal hoog op. Ook dat is een gevolg van klimaatopwarming. Systemen raken geblokkeerd en blijven soms ter plaatse trappelen, waardoor buien niet alleen heviger kunnen uitpakken, maar ook nog eens lang op dezelfde plek blijven hangen."
Home | Weerbericht Zuiderkempen-Mechelen (weermansamuel.wixsite.com)